Misschien Wisten Zij Alles

Archief beheerder

College Dinsdag 01/06/2010

In het eerste college hadden we al kennis gemaakt met Foucault en Deleuze. Beiden hadden een visie op macht en hoe deze uitgevoerd werd/wordt. Wederom kwamen ze terug tijdens het een-na-laatste college om te laten zien hoe de overvloed aan digitale informatie ook kan worden beschouwd aan de hand van verschillende begrippen.

Wanneer men het bekijkt vanuit het begrip ‘discipline’ dan betekent dat de informatie over “ons” zonder ons medeweten wordt bijgehouden. Voorbeeld kan zijn de beveiligingscamera’s die bij veel winkels, banken en restaurants ophangen. En omdat we wel weten dat ze bestaan, gedragen we ons op een andere manier. Dit is vooral zichtbaar wanneer automobilisten een flitspaal zien.

Wanneer we uitgaan van Deleuze’s ‘controle’, dan letten we meer op hoe toezicht overal om ons heen aanwezig is in het dagelijkse leven. Voorbeelden hiervan zijn: de OV-chipkaart, zwembadabonnementen en bibliotheekkaarten. Dit soort informatieverwerking bevindt zich om ons heen en geeft hogere instanties de mogelijkheid om een inventarisatie te maken van verkoop, verhuur en bezoeken die worden afgelegd aan bepaalde locaties.

Een combinatie van ‘discipline’ en ‘controle’ wordt ook wel ‘participatief panopticisme’ genoemd. Dit houdt in dat mensen er vrijwillig voor kiezen om informatie over zichzelf vrij te geven in ruil voor bijvoorbeeld korting of speciale aanbiedingen. Dit geldt voor veel winkelketens: AH-bonuskaart, Airmilespas, H&M, Esprit, WE en de V&D.

V&D VIP PasAndere termen die langskwamen waren de vormen ‘surveillance’, ‘sousveillance’ en ‘coveillance’. Deze drie begrippen hebben allemaal betrekking op hoe er controle kan plaatsvinden. Surveillance werkt van boven naar beneden. De ‘hoger’ staande instanties/figuren kijken neer en houden op die manier zaken in de gaten. Denk hierbij aan het concept achter het programma ‘Big Brother’ (wiki link). Sousveillance werkt andersom, van onder naar boven. Hier nemen de lagere instanties het heft in handen en worden de ‘machthebbers’ geobserveerd. Dit kan worden toegelicht met het voorbeeld van Joop Goos. Deze directeur van Veilig Verkeer Nederland werd betrapt op te snel rijden door Peter R. de Vries. Bij coveillance is er sprake van een samenwerking tussen beide instanties om op die manier controle uit te voeren. Wellicht dat de organisatie ‘buurtpreventie’ hiervan een voorbeeld kan zijn. Zowel politie als burger werkt mee aan het controleren van de omgeving.

Buurtpreventie

Naast de vraag hoe informatie, etc. kan worden gecontroleerd is er ook de roep tot informatieordening. Databases zijn een goede manier, maar de vormgeving ervan blijft lastig. Welke manier is het meest nuttig? Christine Paul zegt hierover: “Databases in themselves are essentially a fairly dull affair, consisting of discrete units that are not necessarily meaningful. The power of databases consists in their relational potential, the possibility of establishing multiple connections between different sets of data and constructing narratives about cultures” (p. 178). Het komt er volgens haar dus op neer dat databases betekenis krijgen wanneer ze in relatie komen met andere informatiebronnen. Op deze manier kunnen ze goed worden gebruikt en hebben ze het meeste nut. Maar, welke vormgeving is het meest duidelijk?

Onder kunstenaars is de term ‘mappen’ (vormgeven) een geliefd onderwerp. Velen proberen de digitale informatie om te zetten naar een zichtbare en tastbare vorm. Een veelvoorkomend voorbeeld hiervan zijn “infographics”. Deze kleine plaatjes laten de informatie over een bepaald onderwerp op een speelse en behapbare manier zien. De krant NRC Next maakt er veel gebruik van. Een ander vorm van ‘vergemakkelijkte’ informatie was dit jaar te zien bij Kieskompas Visueel. Ook hierin werd informatie omgezet naar plaatjes die de toegangsdrempel verlaagde en het maken van een goede keuze voor iedereen open stelde.

Naast het visualiseren en vergemakkelijken van de informatiestroom, zijn er ook veel mensen die informatie voor andere doeleinden gebruiken. Denk hierbij aan ‘modding’ en ‘hacken’. Modding houdt in dat er in bestaande software wordt gehackt om hierin (redelijk onschuldige) aanpassingen te maken. Op grotere, meer invloedrijke schaal is het hacktivisme opgekomen. Deze vorm van activisme is, volgens Christine Paul “the breaking, reformatting, and re-engineering of data and systems” (p. 207). Volgens haar kan ook deze vorm van verzet tegen ‘controle’ nog onschuldig zijn.

De mogelijkheid tot hacken kan echter ook leiden tot gevaarlijkere situaties. Zo bestaat de term ‘info wars’, oorlogvoering door middel van digitale informatie. Tegelijkertijd is de hack-cultuur ook erg populair. Ondanks de criminele connotaties eromheen is er een grote interesse voor ontstaan. Zo bestaat het boek ‘Hacken for Dummies’ en is de hacker vaak een held in de wereld van film en televisie.

Hacken voor Dummies

Als laatste besproken we het begrip ‘tactical media’. Door de media strategisch te gebruiken en te combineren kunnen bepaalde doelen worden bereikt. Het eerder bekeken RIP: A Remix Manifesto kan worden gezien als een voorbeeld hiervan.

Besproken begrippen in college:
Discipline – Foucault – Controle – Deleuze – Panopticon – Hiërarchie – Surveillance – Sousveillance – Coveillance – Macht – Participatief Panopticisme – Infographs – Database – Modding – Info Wars – Hacktivisme – Tactical Media

_________________________________________________________

Het personage ‘hacker’ is erg populair en wordt bij films en series gebruikt als de nieuwe held. Zo zien we in Die Hard 4 een vorm van info wars. In de vorige delen ging het om de bekende vormen van terrorisme (gijzeling binnen een gebouw, vliegtuigkaping en het opblazen van een bank). Maar in het laatste deel draait het om internet-terroristen en hackers die door middel van algoritmes en codes de hele samenleving weten plat te leggen. De hacker Matthew Farrell is één van de hoofdpersonages die een grote rol speelt in het oplossen van de bedreiging.

Die Hard 4Knullige hacker is hulp voor stoere politieagent

College Donderdag 27/05/2010

Wegens slecht functionerende treinen heb ik het eerste gedeelte van het college gemist. Voor het ontbreken van informatie of het noemen van al behandelde voorbeelden: mijn excuses.

Bijna alles wat er vandaag besproken werd had een ‘science-fiction-like’ randje. De combinatie tussen biologie en technologie kent, zoals we vandaag zagen, veel vormen. Van inspirerend mooi tot shockkerend lelijk. Vooral de voorbeelden horend bij Fleshart brachten wat afkeur teweeg. Toch leidt het ook vaak tot leuke en grappige toekomstbeelden (vb. The Order Electrus van Floris Kaayk).

Wat het doel was van dit college was het laten zien hoe de combinatie biologie en technologie zowel in de wereld van kunst en wetenschap voorbeelden kent. Zo zagen we kunst gemaakt met ‘kweekcellen’ en hoe bacteriën een onderwerp van kunst kunnen zijn. Ook werd kunst met ‘toevalsfactor’ getoond, bijvoorbeeld een slang die een homp klei vormt. Wat ook een vorm van kunst in/met natuur is, is Landart. Er zijn veel voorbeelden van te vinden maar een erg bekende zijn wellicht de stenen torentjes in het noorden van Scandinavië. Volgen het oude Samisch geloof (originele bewoners) moet een ieder die nog eens terug wil komen, een stenen torentje achterlaten. Het resultaat is dat veel toeristen een torentje bouwen. Dit soort ‘kunstwerkjes’ zijn dus niet alleen van artiesten, maar van iedereen…

Stenen Torens

Het samengaan van biologie en technologie heeft niet alleen waarde binnen de kunst, maar ook in de wetenschap leidt het tot veel nieuwe mogelijkheden. Zo kunnen door middel van ‘opkweking’ nieuwe materialen worden gemaakt zoals kunstleer en komen er alternatieven voor dierproeven. Dit soort ontwikkelingen vind ik erg goed en onmisbaar. De kunstwerken die wij te zien kregen die gemaakt waren met behulp van stamcellen waren in mijn ogen dan weer minder waardevol. Maar dit is slechts een persoonlijke mening. Ook de Fleshart ‘kunstwerken’ hadden niet echt betekenis voor mij. Het laten zien van menselijk/dierlijk weefsel als een simpel ‘piece of art’ vind ik wellicht te ver gaan. Zo hoorde ik vandaag dat het Slotervaartziekenhuis een publieke maagverkleining gaat uitvoeren, als een soort performance, om zo aandacht te vragen voor de gastric bypass. Waarschijnlijk zit er wel een educatief voornemen achter, maar de vorm van ‘voorstelling’ vind ik minder goed gekozen.

Naast dit soort vormen van biokunst (fleshart en opkweking) zijn er nog meer vertakkingen binnen de combinatie natuur en technologie. Zo is er een toenemende interesse voor de robottechniek. Door steeds meer nieuwe ontwikkelingen worden robotten en andere gemechaniseerde voorwerpen steeds geraffineerder en perfect. De mogelijkheden worden steeds groter en de vele voordelen maken het een beloftevolle wetenschap. Toch zijn er ook veel vragen te stellen over de ontwikkeling van deze technologische wezens. Tot hoever moeten we gaan? Tot hoever kunnen we gaan? En is binnen deze tak van onderzoek ook evolutie mogelijk? Kunnen robotten op een gegeven moment zichzelf verbeteren en aanpassen zoals mensen dat ook kunnen? En zo ja, is een toekomstbeeld zoals de Terminator dan reëel? Of blijft het zo onschuldig als dat het nu is?


Robotics’ Nao

Een andere vraag is: is de hulp van robottechniek wel zo nuttig als wij denken?


Real Robo Cop

Op 31 augustus 2009 stond er in NRC Next een grote foto van de robot Gundam. Deze robot is de hoofdpersoon in een Japanse manga die al dertig jaar bestaat. Om dit te vieren hadden kunstenaars een 18 meter hoge robot gemaakt die een paar weken te zien was in een haven in Tokyo. Naast bliepjes en rookbommen heeft de robot niet zoveel te bieden, maar een kunstwerk was/is het zeer zeker.
Gundam Tokio

Besproken begrippen in college:
Mockumentary – Biokunst – Biotechnologie – Toevalsfactor – Technology/Industry Merging – Creationisme – Evolutie – Fleshart – Nanotopia – Xenontransplantatie

_________________________________________________________

Als laatste goede voorbeeld van robotten en ‘het echte leven’ is de Japanse dramaserie “Zettai Kareshi” (perfecte vriendje). In deze serie heeft een bedrijf de ideale robot ontwikkelt. Hij is in af te stellen naar de wensen van zijn eigenaresse en moet, zoals de titel al zegt, het ideale vriendje zijn. Maar is dit ook echt zo? De serie laat goed zien dat robotten en menselijke gevoelens niet (altijd) goed samengaan. Ook komen vragen over ‘evolutie’ naar voren. Kunnen robotten zichzelf zaken bijleren? Naast het feit dat de serie erg vermakelijk was (vond ik dan) liet het ook goed zien dat, ondanks de grote technologische ontwikkeling van de robot, er nog veel moet gebeuren totdat deze vorm van ‘kunst’ op deze manier kan worden geïntegreerd.

Zettai KareshiZettai Kareshi
(*Klik op plaatje*)

College Dinsdag 25/05/2010

Vanwege ziekte heb ik vorige week geen college kunnen volgen en was bloggen ook niet mogelijk. Daarom hebben Lotte en ik besloten om onze beurten te wisselen. Vandaar dat ik deze week, week 6, twee bloggen zal plaatsen.

Deze dinsdag ging het over identiteit, zowel in de echte wereld als in de virtuele (digitaal). Allereerst werden de verschillende vormen van reality behandeld. De RR (real reality) is de tastbare wereld zoals die om ons heen bestaat. Daarnaast bestaat de VR (virtual reality). Christiane Paul omschrijft het als volgt: “any space created by or accessible through computers, ranging from the 3D World of a game to the internet as an alternate ‘virtual’ reality constructed by a vast networked communication space” (p. 125). Tijdens het college werden deze definities gebruikt: “gesimuleerde echtheid” en “los van de fysieke werkelijkheid”. Simulatie wordt omschreven als een werkelijkheid ‘from scratch’ en is erg populair op het gebied van communicatie. Het wordt tegenwoordig niet alleen maar gebruikt in online spellen (Travian, World of Warcraft) maar ook op sites waar het de ‘ontmoeting’ tussen menen simuleert. De vorm gaat van ‘simpel’ (HABBO Hotel) naar ‘realistisch’ (Second Life).

HABBO Hotel Second Life

Eén van de ‘problemen’ die nog steeds bestaan met betrekking tot VR (volgens Paul) is het feit dat deze nog steeds niet volledig voltooid is. Nog steeds zijn er de “issues of embodiment vs. disembodiment” (p. 125). VR wordt nog vaak enkele via het oog waargenomen. Toch zijn er enkele gezelschappen die experimenteren op het gebied van VR voor alle zintuigen: Charlotte Davie (osmose), Shaw (CAVE) en CREW. Andere vorderingen op het gebied van VR worden volgens Paul gedaan door kunstenaars die “Augmented Reality” gebruiken. Augmented Reality houdt in dat je de werkelijkheid aanvult met Virtual Reality. Een voorbeeld hiervan is de ‘information space’, een ruimte die bijdraagt aan de over te brengen boodschap. De tentoonstelling “Van Hier Tot Tokio” die van 26 augustus 2009 tot 13 december 2009 te zien was in de KB te Den Haag maakte gebruik van dit principe. Naast de vele objecten die te zien waren in de individueel geplaatste sokkels, was er ook een groot digitaal scherm dat constant veranderde en nieuwe informatie naar voren bracht. Via de ruimte kon de bezoeker informatie tot zich nemen. Hier heeft ‘Harolddeparold’ een sfeerbeeld gefotografeerd wat een goed beeld geeft van de tentoonstelling.

Ondanks de opkomst van VR blijft de fysiek aanwezige locatie nog steeds belangrijk. Daarnaast biedt het een uitdaging voor veel artiesten die de fysieke plek en VR willen combineren. Een manier om dit te doen is via telecommunicatie. Zo kunnen menen bijvoorbeeld handelingen verrichten via internet die merkbaar zijn in andere, verder gelegen omgevingen. Ook in de game wereld vinden ontwikkelingen plaats die de acties in de echte wereld omzetten naar acties in de virtuele wereld. In het spel DDR (Dance Dance Revolution) is het doel om de opgeven dans combinaties uit te voeren op een speciale mat die registreert welke bewegingen je maakt. De populariteit van dit spel gaat van jong naar oud(er) en er worden zelfs toernooien voor gehouden.

Een ander voorbeeld van de combinatie RR en VR is te vinden in de EYE TOY. Dit is een spel waarbij een camera wordt gebruikt die de bewegingen registreert en omzet naar daden in het spel. Hier de Japanse reclame voor het spel.


EYE TOY

De fysieke plek wordt tegelijk in gevaar gebracht door de opkomst van draagbare technologie: mobiele telefoons, disc mans, MP3-spelers, game consoles, laptops, I-Pads, etc. Men kan nu een TAZ (tijdelijke autonome zone) creëren. De plek waar men zich bevindt wordt tijdelijk ‘geclaimd’ door middel van bijvoorbeeld muziek. Daarna wordt deze weer verlaten. Een andere term die vaak voorkomt is de ‘sountrack van je eigen leven’. Je kan overal je eigen muziek beluisteren.

De drager van deze muziek is ook ontwikkeld: van cassetteband tot MP3-bestanden. Deze ontwikkeling is, natuurlijk de hoofdreden voor het ontstaan van individuele “muziekbeluistering”. Bij deze ontwikkeling komt ook de term Hermediatie weer voor. Zo grijpt de artwork van veel bands van tegenwoordig weer terug op de oude LP/cassette cultuur. Tijdens het college werd het laatste album van Radiohead genoemd maar ook de albums van Gorillaz en MGMT kunnen als hermediërend worden gezien. Zo verpakt de Gorillaz hun cd in een apart hoesje binnen de album cover en ziet bij de band MGMT de disk zelf eruit als een LP.

Gorillaz - Plastic Beach MGMT - Oracular Spectacular
Als laatste voorbeeld trof ik laatst in de IT’s een cassette bandje aan waarmee MP3 bestanden kunnen worden beluisterd. Voor bijvoorbeeld oude auto’s die alleen maar een cassettespeler hebben is dit een goede uitkomst. Het laat weer zien hoe de drager van muziek steeds weer opnieuw ontwikkelingen doormaakt.

MP3 Cassette

Besproken begrippen in college:
RR (real reality) – VR (virtual reality) – MR (mixed reality) – Augmented Reality – Simulatie – Serious Gaming – Fysieke Plek vs. Draagbaarheid – TAZ (tijdelijke autonome zone) – Ontwikkeling ‘drager’ – Familiar Stranger – Hermediatie

Verder lesmateriaal deze week had betrekking op cyborgs, human-machine interfaces en data-bodies. Deze begrippen zijn echter ook goed toepasbaar in het tweede college van deze week en zullen dan verder besproken worden.

College Dinsdag 11/05/2010

Wat betekent het tegenwoordig nog om beroemd te zijn? Was het vroeger nog voor de ‘select few’, tegenwoordig kan met behulp van de nieuwe media iedereen zijn ‘15 minutes of fame’ pakken… en misschien zelfs meer. Het college van vandaag gaf aandacht aan hoe technologische innovaties (zoals webcams, YouTube en internet als geheel) een nieuw soort Celebrity maakt: “de gewone man”. Het internet biedt een platform voor (bijna) elk soort artiest; men kan zingen, dansen en acteren voor de camera (YouTube, Veoh, Dailymotion, Myspace) of kan hun getekende werk achterlaten op Devianart, Photobucket of op individuele stripsites (Flo, Michiel vd Pol, Lamelos, Nozzman). Zelfs voor schrijvers (vb. Renske de Greef, tegenwoordig columniste voor NRC Next) en dichters (vb. Thomas Goyvaerts) bestaan er platforms (vb. FanFiction). De literaire kunstenaars zijn zelfs terug te vinden op Twitter (How to write a Twitter Novel).

De vraag die uit dit soort gegevens naar voren komt is: Wie is er nu eigenlijk nog écht beroemd? Wie eigenlijk niet? Of misschien anders gezegd: Wat is de waarde van dit beroemd zijn? Een mogelijk antwoord dat tijdens het college naar voren kwam was de opmerking dat er geen beroemdheden meer zijn, slechts iconen. Mensen krijgen status door herkenbaarheid en veelvoudig optreden in de media en niet door het hebben van écht talent (Paris en Perez Hilton).

Tegenover de ‘gewone’ beroemdheden staat de drang naar spektakel. Naast de ontwikkeling dat alles uit het dagelijkse leven interessant lijkt te worden, zijn er ook situaties waarbij lijkt te gelden ‘the sky’s the limit’. Concerten, sportevenementen en televisieprogramma’s worden steeds groter, bombastischer en glamerous. De nadruk wordt meer gelegd op de show in plaats van op de inhoud. Er ontstaat een spektakelmaatschappij waarin alles heftig en intens moet zijn. De naam Debord viel hierbij. Hij was kritisch tegenover dit soort ontwikkelingen en riep op tot tegenbewegingen: ‘happenings’, evenementen die niet worden gemedieerd en waar men erbij moet zijn om het te beleven.

Een derde begrip wat werd besproken is de “experience economy”. Een product verkopen moet tegenwoordig aan de hand van ervaringen. Deze term uit het bedrijfsleven laat zien dat mensen wederom meer willen. Als voorbeeld werd de Nespresso-reclame (link) gegeven. De consument koopt niet alleen de koffie, maar ook een ‘koffie-ervaring’. Soortgelijk is de reclame van Campina over het product Botergoud Roomboter. Hierin zien we een man die op zondagochtend broodjes smeert voor zijn (nieuwe) vriendin en wordt het gevoel van een rustige, gelukzalige morgen gewekt. Mensen kopen niet alleen een pakje boter, maar ook het romantische gevoel eromheen.

Besproken begrippen in college:
Spektakelmaatschappij – Icoon – Herproduceerbaarheid – Debord – Situationisten – Happenings – Mediatie – Ervaringen – Experience Economy – YouTube – Fan Fictie – Creatie Proces

YouTube

*YouTube Viert Zijn Vijfde Verjaardag*

In zijn essay “Media Culture and the Triumph of the Spectacle” legt Douglas Kellner ook het fenomeen spektakeleconomie uit. Hij geeft veel voorbeelden om te laten zien dat ‘spektakel’ is doorgedrongen tot alle facetten van de samenleving: economie, politiek, media en het alledaagse leven. Opvallende concepten die, naast de al tijdens het college besproken begrippen, naar voren kwamen, zijn hieronder opgesomd. ‘Megaspectacles’, zo legt Kellner uit, zijn de grote gebeurtenissen die door de media worden ‘opgeblazen’ en daardoor vorm krijgen. Ze nemen dan tijdelijk de media in beslag, zoals bijvoorbeeld een grote rechtszaak.

Een ander begrip, de ‘entertainment economie’, betekent dat bedrijven een entertainende waarde aan hun product moeten meegeven om echt winstgevend te worden. Ze moeten de ‘E-factor’ gebruiken. Ook moeten ze zichzelf regelmatig laten zien, hun logo moet bekend worden. Kellner noemt deze strijdt tussen bedrijven om zoveel mogelijk naamsbekendheid “brand wars”. Toch komen sommigen ook tot elkaar. Op pagina zes van zijn essay bespreekt hij de ‘amalgamations’, bedrijven in de mediawereld die verschillende vormen van media bij elkaar brengen tot één grote ‘mediacorporation’. Verder geeft hij voorbeelden van spektakel binnen de vele entertainmenttakken. Het laatste nieuwe begrip dat hij introduceert is ‘technocapitalism’. Dit is een vorm van een kapitalistische samenleving waarin een grote rol is weggelegd voor technische en digitale ontwikkelingen.

Begrippen in de literatuur:
Spectacle – Megaspectacle – Entertainment Economy – E-factor – Brand Wars – Megacorporations – Amalgamations – Technocapitalism

College Dinsdag 27/04/2010

Met de helft van de klas (andere gedeelte was in A’dam) hebben wij vandaag gekeken naar de documentaire RIP! A Remix Manifesto. De maker, Brett Gaylor, bespreekt hierin zijn frustratie over ‘copyright’ en de werking ervan. Aan de hand van zijn favoriete artiest, Girl Talk, laat hij zien hoe beschermend en, in zekere zin, onredelijk de muziekwereld kan zijn. De “mash-ups” die door Girl Talk worden gemaakt mogen dan wel populair zijn, ze zijn ook zwaar illegaal wanneer er gekeken wordt naar de copyright die erop rust. Volgens Gaylor moet er een einde komen aan de zware copyright praktijken zodat de creatieve vrijheid ongelimiteerd wordt (iets waar de mensen die zichzelf ‘copyleft’ noemen naar streeft).

De centrale gedachte achter A Remix Manifesto is de vraag “hoe mag een maker omgaan met ‘zijn’ materiaal?” en “hoe zit het met auteursrecht en de politiek rondom de “remix” cultuur?” Om hierin wat orde aan te brengen heeft Gaylor 4 pijlers opgezet:

Dit manifest legt hij uit met verschillende soorten voorbeelden. Zo behandelt hij het verleden van internet, de vrijheid om muziek uit te wisselen en de lawsuits die hierop volgden. Ook het fenomeen ‘creativiteit kopiëren’ op zichzelf wordt door hem belicht. Als voorbeeld hiervoor neemt hij Disney. Dit mega-bedrijf is ook ontstaan uit het overnemen van ideeën van anderen en is in de ogen van velen hypocriet nu zij zelf mensen aanklagen wegens copyright schending. Verder gebruikt Gaylor veel muziek en laat hij aan het einde van zijn film zien hoe mash-ups ook kunnen worden gebruikt. In Brazilië wordt het ingezet om jongeren van de straat te houden en is de mash-up cultuur algemeen geaccepteerd.

Zelf vond ik de documentaire erg goed en heb ik er met plezier naar gekeken. Naast het feit dat ik dol ben op alles met een beat en elektronische geluidjes, begrijp ik ook het punt dat hij wil maken. Het wordt duidelijk en aan de hand van vier richtlijnen uitgelegd. Ook de manier waarop is aantrekkelijk (goede muziek, mooie graphics, makkelijke taal, etc.). In totaal, een prima lesbesteding.

Wat mij wel verbaast, is dat het moeilijk is om aan de documentaire zelf te komen. Brett Gaylor zegt aan het einde dat iedereen vrij is om de film te bewerken, maar in om het in z’n totaal te downloaden is minder vanzelfsprekend. Mensen die het concept ‘torrent’ wel begrijpen (yours truly is een torrent-nitwit) kunnen hem misschien makkelijk te pakken krijgen, maar verder is de site van Gaylor zelf alleen gericht op het aanpassen van fragmenten. Toch is en blijft dit het digitale tijdperk, alles is te vinden. Hier is hij te zien zonder ondertitels. Ook is RIP! A Remix Manifesto vorige jaar op de Nederlandse televisie uitgezonden in Het Uur Van De Wolf, een programma waarin tijd wordt vrijgemaakt voor verschillende kunstzinnige disciplines.

Besproken begrippen in college:
Copyright – Copyleft – Remix – MashUp – Internet – Remix Culture – Fair Use – Culture Jamming – Creative Commons

Naast Girl Talk zijn er veel verschillende artiesten die andere (oudere) nummers gebruiken om hun eigen nieuwe liedjes te maken. Vaak zelfs op een dusdanige manier dat het één nieuw nummer lijkt te zijn. Uiteraard zijn hiervan veel voorbeelden te vinden op YouTube.com. Eén hiervan is DJ Earworm. Vooral zijn remixen van 2008 en 2009 zijn naar mijn idee erg goed.

Verder is er ook een Nederlandse variant. In het radioprogramma Ekstra Weekend, op de vrijdagavond van 19:00 uur t/m 22:00 uur op 3FM, is er een vaste plek weggezet voor DJ Sandstorm. Deze Nederlandse remixer gebruikt dan (vaak 5) nummers die samen een nieuw nummer vormen. Zijn remix voor afgelopen Koninginnedag is hier te vinden.

Een leuk voorbeeld van hermediatie is wellicht te zien in deze ‘strip-samenvatting’ van de documentaire.

College Dinsdag 20/04/2010

Met de komst van nieuwe mediavormen (film, internet, etc.) is ook de wijze waarop een boodschap wordt overgebracht veranderd. Deze boodschap is vaak in de vorm van een narratief, een verhaal. De traditionele vorm van ‘mediatie’ (boodschappen overbrengen) legde de nadruk op hoe dit verhaal door de zender zo efficiënt mogelijk werd overgebracht. Tegenwoordig wordt er gefocust op de mediatie zelf. Hoe kan een medium een verhaal/boodschap goed vertellen en hoe kan er gebruik worden gemaakt van de medium specifieke eigenschappen? En wat is de rol van nieuwe media in dit proces? Tijdens het college werd er gekeken naar hoe nieuwe mediavormen ook een nieuwe betekenis kunnen geven aan het begrip narrativisme.

Allereerst werd het fenomeen ARIA besproken. Dit is een proces dat aangeeft hoe er in het algemeen wordt omgegaan met nieuwe mediavormen. Iedere keer als er een nieuwe vorm wordt gecreëerd, volgt het gewenningsproces hetzelfde patroon. Ten eerste is er Amazement, men is verrast door de innovatie. Dit wordt dan gevolgd door Resistance, een weerstands- en kritiekuiting richting de nieuwe mediavorm (“Waar is dat voor nodig?”). De derde fase is Immitaiton. Dit houdt in dat men de nieuwe mediavorm gaat gebruiken, maar dat ze dit doen in combinatie met oudere media. Op deze manier treedt er gewenning op en kunnen de nieuwe mogelijkheden van het medium worden ontdekt. Als laatste is er Authenticity, de inburgering van het nieuwe medium.

Tijdens het volgen van dit patroon komen er ook andere begrippen om de hoek kijken. De Immitation-fase bevat ook het concept ‘hermediatie’. Dit beschrijft het proces waarin kenmerken van het ene medium worden overgenomen door het andere medium, zowel bewust als onbewust. Toch blijven de gebruikte media totaal verschillend. Een goed voorbeeld van zo’n proces is de verfilming van een boek. De narratief, het verhaal, wordt overgenomen, maar de mediavorm verandert. Ook het begrip ‘convergentie’ past binnen het ARIA-proces. Het houdt in dat de ene vorm van media wordt aangevuld met andere mediavormen, ze gaan samenwerken. Een voorbeeld hiervan is het gebruik van tv, mobiele telefonie en internet in één televisieprogramma. Deze samenwerking draagt bij aan de Authenticity-fase.

Naast de focus op de nieuwe mediavormen en hoe zij langzaam inburgeren, werd er in dit college ook gekeken naar hoe de narratief binnen deze mediavormen wordt weergegeven. Het feit dat mensen overal een verhaal van willen maken (narrativisme) is één vorm van schikking. Het is een manier van orde aanbrengen in een groter geheel. Tegenwoordig zien we echter ook een andere vorm, database. Het brengt elementen binnen verschillende objecten op een andere manier met elkaar in verband, bv. gebaseerd op trefwoorden zoals kleur, vorm, stijl, etc.

In haar boek “Digital Art” bespreekt Christiane Paul nog enkele andere concepten die te maken hebben met het begrip narrativisme. Zo behandelt zij film en hoe interactiviteit hierin een steeds grotere rol ging spelen. Door middel van herschikking kan het publiek zelf bepalen hoe het een verhaal beleeft. Ze bespreekt ook het fenomeen hypertext: “a map of the text with alternative paths and various options; readers assemble the story by choosing their routes through it and thus create an individual version of it.” (p. 190) Twee leuke voorbeelden hiervan zijn te vinden op de sites van de bands Radiohead (1) (2) en Gorillaz. Bij de eerste kan er steeds worden gekozen voor knoppen en tekst die je naar een willekeurige andere informatiepagina brengen. Bij de Gorillaz kan er een echte ‘missie’ worden gespeeld en ligt het verloop van het verhaal af van waar je op klikt, etc. Verder noemt Paul ook het begrip ‘hyperfiction’ (zie het voorbeeld hieronder) en benoemt ze het belang van Games binnen de digitale wereld van narrativisme.

Besproken begrippen in college:
Mediavorm – Mediatie – ARIA – Hermediatie – Structuur – Narrativisme – Database – Convergentie – Individuele Toespitsing – Transmediale Narrativiteit

_________________________________________________________

Wanneer het aankomt op narrativisme in nieuwe mediavormen is vooral het internet een onuitputtelijke bron. Er zijn verschillende kunstenaars die dmv dit nieuwe medium een verhaal vertellen die via een ‘boekvorm’ niet goed over te brengen was geweest. Hieronder is een voorbeeld van wat Christiane Paul ‘hyperfiction’ noemt. Het is een verhaal die geen “fixed narrative sequence” heeft en waarin de oorzaak-gevolg relatie moeilijk te zien is (p. 194).

Het is een flash-website, gemaakt door de Nederlandse kunstenaar Han Hoogerbrugge waarin we een bezoek kunnen brengen aan een soort ‘inrichting’ waar experimenten worden gedaan. Zelf omschrijft hij het als volgt:

(*Klik op plaatje*)

College Dinsdag 13/04/2010

Wat betekent digitalisering voor ons dagelijks leven? En hoe gaan kunstenaars om met veranderingen in hun vakgebied die door deze digitalisering teweeg zijn gebracht?

Deze vragen (en waarschijnlijk meer) zullen centraal staan in de cursus die wij (ik en mijn schrijfgenoot) sinds afgelopen dinsdag volgen. Een beginnend antwoord op deze vragen ligt alleen al in de cursusbeschrijving die vandaag tijdens het eerste college werd uitgelegd. Naast de vele voorbeelden van digitale kunst en cultuur zullen ook wijzelf bijdragen moeten leveren. Door middel van Twitter en het schrijven van Blogs werd ons gevraagd om invulling aan en commentaar op de cursus te geven. In zekere zin zijn wij als klas bezig om onze eigen ‘rizoom’ (lees: een-‘netwerkstructuur’-in-de-vorm-van-een-spinnenweb-waarbij-alles-op-elkaar-lijkt-aan-te-sluiten) omtrent het vak Digital Art and Culture te maken. De Blogs en Tweets die zullen worden geplaatst zijn allemaal uniek en toch gelinkt door de gemeenschappelijke kern: Digital Art and Culture.

Het gebruik van Twitter en Blogs was verrassend en stuitte bij ons in eerste instantie op wat weerstand (jaja, u heeft hier te maken met twee “anti-twitteraars”). Toch was het gebruik hiervan ook wel weer voor de hand liggend. Zelfs als ‘tweet/blog-leek’ was het mij duidelijk dat vrijwel alles en iedereen elkaar op de hoogte houdt van bezigheden via dit soort media. Een echte bevestiging hiervan kwam vandaag uit de hoek van Twitter zelf. Die maakte bekend dat er ruim 105 miljoen twitterende mensen zijn en dat er daar elke dag zo’n 300.000 bij komen! Dat digitalisering doordringt in het dagelijks leven van mensen (ruim 105 miljoen mensen, to be precise :P) wordt weer eens duidelijk.

En sinds vandaag mogen wij ons onderdeel noemen van deze grote groep… Ja, ook wij hebben nu twitter en zijn de trotste eigenaren van deze blog. In de komende weken hopen we via deze weg leuke en toepasselijke voorbeelden te kunnen geven bij de behandelde stof en onze eigen opvattingen daarover. En misschien, heel misschien, zullen tweets en blogs ook een deel gaan uitmaken van ons leven… we shall see!

Besproken begrippen in college:
Michel Foucault – Gilles Deleuze – Macht – Vrijheid – Discours/Vertoog – Rizoom – Interactiviteit – Participatie – Dynamiek – Customizable – Web 1.0/2.0/3.0 – Twitter – Bloggen

Twitter Collage

Het gebruik van Twitter en Blogs is wereldwijd en is niet meer weg te denken uit het medialandschap. Om de integratie ervan enigszins aan te kunnen tonen plaats ik hieronder enkele links naar “Fotostrips”. De eerste link betreft een echte ‘strip’, de overige zijn ‘klikstrips’ (geplaatst op de blog van NRC NEXT) waarop geklikt dient te worden. In hun strips proberen Driessen en Stam actueel bezig te zijn en gebruiken ze af en toe de nieuwe vormen van media. De subtiele vraag die in deze voorbeelden naar voren komt is: Is het altijd wel zo positief?

“Ype Driessen en Willem Stam zijn fotostripmaker en collagekunstenaar. Voor nrc.next maken zij elke week een klikstrip over de actualiteit. Elke maandag t/m donderdag publiceren zij op hun eigen website een autobiografische fotostrip.”

Digitalisering1 (Fotostrip)
Digitalisering2
(Klikstrip)
Twitter & Inbraak (Klikstrip)
Twitter & Opstand
(Klikstrip)
Twitter & Minnaars
(Klikstrip)


Misschien Is Dit Een Kalender

mei 2024
M D W D V Z Z
 12345
6789101112
13141516171819
20212223242526
2728293031